- Hang de nestkast op een rustige plek op, zodat de vogels zich veilig voelen en naar binnen durven. Dus niet direct naast het terras, als u daar in het voorjaar zelf vaak zit.
- Niet in de volle zon, dus liever niet op het zuiden.
- Beschut tegen de wind. De invlieg-opening kan het beste op het noordoosten zijn gericht, want de wind komt in Nederland vaak uit het zuidwesten.
- Een vrije en veilige aanvliegroute is belangrijk. Geen takken direct voor de opening.
- Uit de buurt van katten. Gaas om de boom kan katten uit de buurt houden.
- Vogels van dezelfde soort wonen het liefst tenminste tien meter van elkaar. Voor vogels
van verschillende soorten, zoals koolmees en pimpelmees, kunnen de kasten een meter of
drie uit elkaar hangen. - Kolonie-broeders wonen wel weer graag in groepen: de nesten voor mussen, spreeuwen en
zwaluwen kunnen daarom wel naast elkaar hangen. - Hang de nestkast stevig op, zodat hij niet kan gaan slingeren of vallen.
- Ophangen in het najaar. Vogels kunnen er al aan wennen en de kast gebruiken als
slaapplek. (bron: https://www.vogelbescherming.nl )